Wie de bal kaatst

Als fysiotherapeut sta ik bekend als iemand waarbij je zelf moet werken aan herstel. Wekelijks ondergaan een grote groep mensen een straffe training van mij om fit te blijven of fitter te worden. Dat heeft tot gevolg dat mensen spontaan kniebuigingen beginnen te maken op het moment dat ik ze op straat tegenkom. Op een gegeven moment kreeg ik de vraag van zo’n fanatieke sporter: “Wat doe je eigenlijk zelf aan beweging of sport?”. Toen vertelde ik met een knipoog, dat ik in mijn vrije tijd zo min mogelijk beweeg, omdat al dat bewegen nergens goed voor is.
Die boodschap kreeg ik weer terug toen een nieuwe cliënt zich meldde voor fysiotherapie in verband met nekklachten. Via een collega was deze man aan mijn naam gekomen en het feit dat ik niet zo van het bewegen was sprak hem erg aan. Hij vond het zelf ook allemaal onzin en was blij dat hij bij mij lekker op de behandelbank kon plaatsnemen, waarna ik vervolgens die verrekte nek van hem eens goed onderhanden kon nemen. Zonder er verder een woord aan vuil te maken, trok hij zijn shirt uit en nestelde zich op de bank. Enigszins overrompelt stond ik dit tafereel aan te kijken. Wat nu? Die man moest zo snel mogelijk weer van die bank af, dus zei ik dat hij het verhaal van zijn collega een beetje verkeerd heeft begrepen, ik namelijk geen vlees kan genezen en wanneer zijn scharnieren gesmeerd moeten worden hij beter een bus kruipolie kon gaan halen bij de bouwmarkt. De beste man begon te lachen:”Je bent nog grappiger dan mijn collega vertelde, wie de bal kaatst kan ‘m terug verwachten!” Oké ik was in het ootje genomen. Hij heeft zich een slag in de rondte bewogen en het gaat inmiddels weer prima met zijn nek. Oppassen dus met wat ik allemaal zeg. En vooral tegen wie. Grappig volk die Achterhoekers!