Problemen laten bij wie ze horen

Vorig jaar heb ik een opleiding gevolgd om de stap te gaan zetten naar het onderwijs. Docent worden, dat is de bedoeling. Ik heb mijn pedagogisch-didactisch getuigschrift behaald. Onderdeel hiervan was om studenten met bijvoorbeeld een verhaal te inspireren voor je les. Nu geef ik onder andere cursussen aan zorgmedewerkers. Mensen die in de zorg werken, zoals ikzelf, zijn opgeleid om andere mensen te helpen, maar wij staan hierbij veel te vaak als reddingswerkers op de werkvloer in plaats van als hulpverleners. We nemen de taken van de mensen die we willen helpen over, in plaats van dat de regie bij de hulpvrager blijft liggen: problemen laten bij wie ze horen. Om dat onderwerp bespreekbaar te maken zocht ik een verhaal op het internet. Hier en daar de tekst wat aangepast en dan kom je op het volgende uit…..

Het mooie Achterhoekse landschap kent de nodige boerenbedrijven. Boer Harms is zo’n boer. In zijn oude stal heeft hij een paard en een varken staan. Wanneer de boer op een ochtend de stal binnenkomt om het paard voor de wagen te spannen, kan het dier niet meer op zijn benen staan. De boer roept de dierenarts erbij en samen overleggen ze wat eraan gedaan kan worden. De dierenarts stelt voor een medicijn te geven en als het paard na drie dagen nog niet staat moet het dier afgemaakt worden. Het varken heeft alles gehoord. Als de boer uit de stal verdwenen is roept hij naar het paard:”sta op verdikkeme, als je niet opstaat maken ze gehakt van je!”. Het paard antwoordt dat hij niet meer wil, hij is te moe en vindt het wel goed zo. Maar het varken laat het hierbij niet zitten en elke dag roept hij naar het paard dat hij toch echt op moet gaan staan. De derde dag is het paard het gezeur van het varken zat en met pijn en moeite zet het dier zich weer op de benen. Net op dat moment komt de boer de stal binnen. Hij ziet het paard weer rechtop staan en roept tegen zijn vrouw: “Het paard staat weer! Kom we gaan feest vieren, we slachten het varken!”.

 

Wie de bal kaatst

Als fysiotherapeut sta ik bekend als iemand waarbij je zelf moet werken aan herstel. Wekelijks ondergaan een grote groep mensen een straffe training van mij om fit te blijven of fitter te worden. Dat heeft tot gevolg dat mensen spontaan kniebuigingen beginnen te maken op het moment dat ik ze op straat tegenkom. Op een gegeven moment kreeg ik de vraag van zo’n fanatieke sporter: “Wat doe je eigenlijk zelf aan beweging of sport?”. Toen vertelde ik met een knipoog, dat ik in mijn vrije tijd zo min mogelijk beweeg, omdat al dat bewegen nergens goed voor is.
Die boodschap kreeg ik weer terug toen een nieuwe cliënt zich meldde voor fysiotherapie in verband met nekklachten. Via een collega was deze man aan mijn naam gekomen en het feit dat ik niet zo van het bewegen was sprak hem erg aan. Hij vond het zelf ook allemaal onzin en was blij dat hij bij mij lekker op de behandelbank kon plaatsnemen, waarna ik vervolgens die verrekte nek van hem eens goed onderhanden kon nemen. Zonder er verder een woord aan vuil te maken, trok hij zijn shirt uit en nestelde zich op de bank. Enigszins overrompelt stond ik dit tafereel aan te kijken. Wat nu? Die man moest zo snel mogelijk weer van die bank af, dus zei ik dat hij het verhaal van zijn collega een beetje verkeerd heeft begrepen, ik namelijk geen vlees kan genezen en wanneer zijn scharnieren gesmeerd moeten worden hij beter een bus kruipolie kon gaan halen bij de bouwmarkt. De beste man begon te lachen:”Je bent nog grappiger dan mijn collega vertelde, wie de bal kaatst kan ‘m terug verwachten!” Oké ik was in het ootje genomen. Hij heeft zich een slag in de rondte bewogen en het gaat inmiddels weer prima met zijn nek. Oppassen dus met wat ik allemaal zeg. En vooral tegen wie. Grappig volk die Achterhoekers!
 
 

Wist u dat?

De zomervakantie is na komend weekend in heel nederland voorbij. Hoogste tijd om weer over te gaan tot de orde van de dag, zoals het schrijven van een nieuwe blog. In mijn vakantie lees ik veel, vooral medische thrillers of misdaadromans, maar ook tijdschriften zoals de Quest of Wetenschap in Beeld. Deze tijdschriften staan altijd vol met leuke wetenswaardigheden o.a. over het menselijk lichaam, de natuur, technologie en noem maar op. Dit levert altijd een heleboel “Wist u datjes” op. Ik heb er even een paar op een rijtje gezet.

Wist u dat het varken als orgaandonor dient voor het menselijk lichaam? Veel organen van varkens lijken namelijk qua vorm en grootte op die van mensen en daarom onderzoeken wetenschappers de mogelijkheden om varkensorganen in te brengen bij mensen. Maar het menselijk lichaam stoot dierlijke organen af. Nieuw ontwikkelde gentechnologie maakt het mogelijk dit probleem te omzeilen. Dat maakt in de toekomst een kloppend varkenshart in het menselijk lichaam mogelijk. Ik kijk ineens heel anders tegen het karbonaadje aan op mijn bord.

Ongewenst kinderloos zijn heeft nog wel eens te maken met traag zaad. Als zaadcellen niet zo best kunnen zwemmen bereiken ze de eicel niet en kan er geen bevruchting plaatsvinden. Duitse onderzoekers hebben hierop iets bedacht: een buitenboordmotor voor zaadcellen. Een metalen spiraaltje moet om de staart van de zaadcel gewikkeld worden, waarna met behulp van een magneet, die over het onderlichaam van de vrouw wordt bewogen, het zaadcelletje gestuurd wordt naar de eicel. Wanneer er een bevruchting heeft plaatsgevonden moet het spiraaltje de andere kant opgedraaid worden, waardoor deze de zaadcel verlaat.

In de natuur is poep geen afvalproduct dat je zomaar wegspoelt. Poep kan dienen als voedsel of antibiotica. De natuur zit vol poepeters. Poep bevat namelijk nog veel voedingsstoffen. Zo leven mestkevers van de uitwerpselen van grote dieren. Ze draaien er een bal van en begraven deze om als voedsel voor de larven te gebruiken. En wist u dat koeienvlaaien helpen tegen depressies? Een bacterie die huist in de koeienvlaai blijkt het brein op te peppen.